zondag 30 juni 2024

Zomer 2023: langs het water naar de kunst

 vervolg van dag 3

Dag 4: woensdag 16 augustus

Vandaag was alweer mijn laatste volledige dag in Edinburgh! Omdat ik gisteren zoveel had gewandeld, was ik eerst van plan het nu rustiger aan te doen. Ik was echter vroeg wakker dus besloot rond acht uur weer op pad te gaan. Ik wandelde weer richting Princess Street en sloeg daar aan het begin linksaf New Town in, een sjieke, ruim opgezette buurt. Ik liep verder door en kwam in de Gloucester Lane terecht, een smalle straat met kleine woningen, allemaal in een donkere, zandstenen kleur. De lange straat liep halverwege steeds steiler omlaag. Aan het einde kon je linksaf over de brug Stockbridge, een oud stadje opgeslokt door Edinburgh, zien liggen.

Stockbridge, Water of Leith, Dean Village en moderne kunst

Dean Village
Het was rustig in Stockbridge; er stond een kerkje, er waren enkele winkeltjes, maar verder leek het me vooral een woonwijk van waaruit men naar het centrum van Edinburgh ging om te werken. Ik wandelde naar de brug van Stockbridge en zag daar tussen de dichte begroeiing de rivier Water of Leith. Naast de brug kon je omlaag naar de wandelroute langs het water. Ik volgde het pad stroomopwaarts. De rivier was bescheiden van formaat, maar stroomde volgens mij behoorlijk krachtig. Tussen de begroeiing vergat je even dat je in een grote stad was. Af en toe kwamen er hardlopers en mensen met hun hond voorbij. Langs het pad stonden enkele klassieke bouwwerken, zoals St. Bernard's Well, dat met zijn pilaren deed denken aan de monumenten op Calton Hill. Na een kwartiertje kwam ik weer in de bewoonde wereld terecht bij de Bell's Brae Bridge, van waaraf ik uitkeek op het prachtige Dean Village, waar oude huizen in zandstenen, witte en gele kleuren de rivieroevers versierden. Ten westen van dit stadsdorpje vervolgde ik het wandelpad langs de rivier onder een grote brug door totdat ik bij een hoge trap aan de zijkant van het pad kwam.

Eenmaal naar boven geklommen liep ik door een sjieke straat met grote herenhuizen over de grote, stenen brug die ik eerder gezien had richting de National Galleries of Modern Art. Dit museum bestaat uit twee grote landhuizen, Modern 1 en Modern 2, aan weerszijden van Belford Road. Het museum is gratis te bezoeken. Ik bezocht eerst het gebouw Modern 1; vóór het museum is een beeldentuin aangelegd. Binnen is een ruime caféruimte, waar ik een een kop koffie dronk. Ik bekeek de kunst in alle ruimtes in beide gebouwen: veel schilderijen en een aantal beelden uit met name de twintigste eeuw en enkele kleine exposities van hedendaagse kunstenaars. Wat ik ervan vond? Af en toe interessant en inspirerend, maar ook complex en ontoegankelijk. De moderne kunstenaar maakt het ons niet gemakkelijk!

New Town en de laatste ronde

Het was alweer lunchtijd. Ik wandelde rustig terug langs Princess Street om daar weer in het park te lunchen. De lucht was betrokken, maar het bleef droog. 's Middags verkende ik New Town, waar ik 's ochtends ook al even langsgelopen was. Deze buurt werd tegen het einde van de achttiende eeuw gebouwd om de bevolkingsgroei van de stad aan te kunnen en het centrum te ontlasten. De straten zijn recht en breed en worden doorkruist door groene pleinen en parken. De huizen zijn sjiek en ruim. Rondom George Street zijn de duurdere winkels en restaurantjes te vinden. Aan het einde van de straat ligt het St. Andrew Square, een groen plein met in het midden het Melville Monument: een hoge zuil met een beeld van viscount Melville, een achttiende-eeuwse staatsman. De zuil doet me denken aan het soortgelijke monument op Trafalgar Square in Londen.

De hal van de Scottish
National Portrait Gallery
Ik liep verder door naar de Scottish National Portrait Gallery, een groot, Victoriaans museum. De hal heeft wat weg van het Rijksmuseum en is versierd met afbeeldingen van bekende Schotten. De zalen hangen vol met portretkunst van bekende en onbekenden Schotten uit alle eeuwen, zowel schilderijen als foto's. Intens is een groot, donker doek, genaamd Three Oncologists, van waaruit de drie artsen de toeschouwer grimmig aankijken. Ik moest hard lachen om het vrolijke schilderij van Sean Connery door John Bellamy. Honderden gezichten verder maakte ik nog een rondje langs de parken van Queen Street. Omdat ik daar zo gauw geen vrij bankje kon ontwaren besloot ik weer naar Princess Street Gardens te gaan. Het was er gezellig druk. Ook hier geen vrij bankje - dan maar even in het gras ontspannen! Het uitzicht op Edinburgh Castle blijft de moeite waard. Na een uurtje maakte ik nog één wandeling langs het centrum: de steile Cockburn Street en Victoria Street en de Grassmarket. Even denk ik eraan om nog naar de haven van Leith te gaan, maar ik heb vandaag wel genoeg gezien.

Op de terugweg naar mijn hotel stopte ik bij een hotel-restaurant dat ik elke dag in het voorbijgaan al gespot had: The Huxley, niet al te duur en met een redelijk menu. De gastheer was zeer vriendelijk en schonk een enorm grote bel witte wijn in. De hamburger die ik besteld had was een beetje droog maar het toetje, een chocolate sundae sorbet, maakte alles weer goed: wat een gigantisch ding! Tegen zonsondergang wandelde ik nog even door de wijk West End, waar een grote negentiende-eeuwse kathedraal stond en de huizen rond ovalen pleinen waren gedrapeerd. Het was alweer tijd om mijn koffer in te pakken...

vervolg: dag 5 (slot)

zondag 23 juni 2024

Zomer 2023: de koningszetel en een norse barvrouw

 vervolg van dag 2

Dag 3: dinsdag 15 augustus

's Ochtends was ik vroeg op pad; met mijn ontbijt dat ik weer bij Sainsbury's had gehaald - en waar de zelfscanner maar niet kon begrijpen dat ik twee i.p.v. één broodje in het zakje had gestopt - liep ik over Princess Street oostwaarts, samen met Schotten die op weg waren richting hun werk. Het was opnieuw vrij zonnig. Ik pauzeerde in de Princess Street Gardens, vanwaar ik uitkeek op Edinburgh Castle. Vandaaruit klom ik via de Mound, een straat langs het park en over het spoor, naar de Royal Mile. Verbazingwekkend hoe steil de straten daar zijn! Eenmaal op de Royal Mile liep ik deze in zijn geheel naar beneden af. Langs de straat zag ik de plaatselijk bekende zaak Oink, waar je broodjes varkensvlees kon halen. Ik was van plan daar later nog langs te gaan, maar ben er uiteindelijk niet aan toegekomen. Aan het einde van de Royal Mile ligt rechts het Schotse parlement, een gebouw in een eigenzinnige, moderne stijl. Aan de overkant van de weg zie je Holyrood Palace liggen met rechts Holyrood Park, een gigantische heuvel.

Holyrood Palace

De achterkant van Holyrood Palace;
op de achtergrond Holyrood Park
Ik had van tevoren een kaartje geboekt voor Holyrood Palace, de Schotse residentie van de Britse koning. Ook hier dien je d.m.v. een tijdslot te reserveren én persoonlijke gegevens te delen, want het is nog in gebruik als officieel paleis. In de voortuin van het paleis zag ik een groot bronzen beeld van koning Edward VII; die zie je niet vaak! Links van het paleis stond de ruïne van de oude abdij uit de twaalfde eeuw. Na controle van de ingevulde documenten mocht ik naar binnen en kreeg ik een audioapparaat mee. Normaal houd ik niet van zo'n toestel om mijn nek, maar het was nu wel goed om per zaal uitleg te krijgen over wat ik allemaal tegenkwam. Foto's maken was binnen niet toegestaan.

Voor een paleis waren de ruimtes redelijk bescheiden: een aantal slaapkamers, een eetkamer, ontvangstruimtes en als pronkstuk een grote portrettenzaal, met tientallen portretten van alle Schotse koningen vanaf de mythische tijd. Een centrale figuur van het paleis was de Schotse koningin Mary, de nicht van koningin Elizabeth I. Lange tijd woonde zij er, samen met haar minnaar David Rizzio, die in het paleis omgebracht werd. Bij één van de ramen is in de parketvloer voor de show een verwassen bloedvlek aangebracht.

Na de audiotour liep ik rond door de tuin van het paleis; de tuinmannen hadden het gras en de bloemenstruiken goed bijgehouden, want het zag er op-en-top fris uit. In het café bij het paleis haalde ik wat koffie, een heerlijke grote "royal" muffin en alvast wat lunch voor onderweg.

Arthur's Seat
Uitzicht op Edinburgh vanaf Arthur's Seat

Vanuit het paleis liep ik langs Holyrood Park: wat een gigantische, woeste heuvel zo vlak bij de stad! Ik besloot het park in te gaan bij het meertje St. Margaret's Loch, waarin een grote groep zwanen rondzwom. Het park - of heuvel - is begroeid met hoog gras en struiken; af en toe zie je kale rotsen. Hier tussendoor lopen onverharde paden. Ik klom eerst naar de ruïnes van St. Anthony's Chapel. De oorsprong van deze oude kapel is onbekend. Hiervandaan had je al een aardig uitzicht op de stad. Ik ging verder met mijn klim naar de hoogste heuveltop van het park: Arthur's Seat, genoemd naar de legendarische koning Arthur. Je moet een goede conditie hebben, want het is een redelijk steile klim naar de 250 meter hoge top! Op het laatste stuk worden de paden omzoomd door kettingen om je aan vast te houden. Boven was het een drukte van jewelste: iedereen die de heuvel beklommen heeft pauzeert. Ik zag zelfs iemand met een paar hondjes: zouden die ook de hele klim gemaakt hebben?

Vanaf de top kon ik in alle richtingen kijken: ik zag heel Edinburgh tot aan de zeestraat bij de Firth of Forth aan toe, de Noordzee zelf en Musselburgh en in het westen de ruige Pentland Hills. Na een korte pauze daalde ik af van Arthur's Seat, wat niet eenvoudig is - er zitten enkele zeer verticale stukken tussen - en at mijn lunch op de naastgelegen heuvel die bekend staat als Crow Hill; er liepen inderdaad meerdere kraaien rond. Langzaam maar zeker ging ik weer omlaag om de stad verder te ontdekken.

What beer?

Eenmaal terug op de Royal Mile bezocht ik het stadsmuseum van Edinburgh: een klein gebouw met op het eerste gezicht een standaard collectie: enkele maquettes, oude portetten en foto's en zilverwerk. De halsband van terriër Bobby was eveneens tentoongesteld. Ik besloot weer door het centrum rond te dwalen en bezocht onder meer een whiskywinkel waar enkele Vikingen achter de toonbank leken te staan, een filiaal van Armstrongs Vintage, met veel vintage kleren en de National Galleries aan de Mound, waar veel klassieke kunst hing.

Het was alweer tijd voor een borrel. Het duurde even voor ik een geschikte locatie vond, want de meeste pubs en terrasjes waren propvol. Uiteindelijk liep ik halverwege de Royal Mile naar binnen bij No. 1 High Street. De barvrouw, met een typisch rond Brits gezicht, had niet haar beste dag: ze keek alsof ze zich afvroeg wat ik eigenlijk kwam doen in haar stamkroeg. Nou, even wat drinken en daarna een hapje. Ze wees op de tafeltjes en ik ging zitten. Langs kwam ze echter niet: de bedoeling was blijkbaar dat ik zelf naar de toog ging. "I would like some beer," zei ik. "What beer?!" riep ze nors. Nou zeg! Een glas ale rijker vroeg ik om een guinness en de menukaart voor het eten. Plotseling werd de barvrouw aardig. Net als gister nam ik een 'haggis pie', een taartje van aardappel met een laag gekruide haggis bovenop. Naast mij zat een Amerikaans stel. Veel Amerikanen in de stad, overigens.

Goed, deze tweede volle dag in Edinburgh zat er weer op: wat een wandelingen heb ik gemaakt; ik heb een paleis gezien en ben mooi op de top van Arthur's Seat geweest! Morgen maar wat rustiger aan doen...

vervolg: dag 4

Zomer 2023: steile straten en een kasteel

 vervolg van dag 1

Dag 2: maandag 14 augustus

Ik was alweer vroeg aangekleed om ontbijt te halen, want naast een mand fruit en koffie op de kamer had mijn hotel geen ontbijtruimte. Bij een Marks & Spencer to-go op het station haalde ik wat druiven en een pak uitermate boterige croissants. Het was redelijk zonnig, af en toe een wolkje en zou rond de 18 graden worden. Perfect weer om de stad te verkennen. Ik liep langs de Grassmarket, waar verschillende pubs met namen als The Last Drop zijn gevestigd. Vandaaruit verkende ik de zuidkant van het centrum, waar onder meer gebouwen van de universiteit staan. Ook hier is de bouwstijl sober, met overal grauwe stenen. In een parkje zag ik een grijze eekhoorn. 

Musea en een hondje
Een kiltmaker op Grassmarket

Toen het richting half tien liep had ik al hele stukken gewandeld. Ik besloot om naar het National Museum of Scotland te gaan. Het grote gebouw barstte van de artefacten uit de geschiedenis van het land, van stoommachines tot het gekloonde schaap Dolly. In één van de hallen stond een groot klok-kunstwerk. De binnengalerij van het museum is licht, industrieel en doet Victoriaans aan. Ik besloot er na mijn ochtendwandeling even te pauzeren met een kop koffie.

Vlakbij het museum liggen de kerk en de begraafplaats van de Greyfriars, waar het nu nog zou spoken. Op de oude begraafplaats liggen veel mensen met bekende Schotse namen. Voor de kerk ligt de terriër Bobby begraven. Dit hondje werd bekend omdat hij jarenlang het graf van zijn baasje bewaakt had.

Ik haalde een broodje bij Sainsbury's en ging weer terug naar de Grassmarket. Onderweg kwam ik veel deelnemers tegen van het Fringe festival die folders uitdeelden voor hun shows (veel alternatief toneel, muziek of cabaret). Op de hoek met Victoria Street speelde een bagpiper in kilt. Verderop zat een winkel waar ze kilts verkochten. Ik besloot er maar geen te halen. Victoria Street zelf is een kromme, steile straat met gevels in vrolijke kleuren en vanwege de festivalperiode hingen er ook veel vlaggetjes en slingers.

Edinburgh Castle

Na de lunch vervolgde ik mijn pad richting Edinburgh Castle, het grote kasteel op de rots midden in de stad. De toegangsweg omhoog naar het kasteel wordt gevormd door de Royal Mile en loopt via de Lawn Market en Castle Hill over in de Esplanade, het voorportaal van de burcht. Hier stond een grote tribune opgesteld vanwege de jaarlijkse militaire taptoe. Bij de ingang van het kasteel liet ik mijn toegangsticket scannen en kocht ik een boekje over het kasteel. De tickets werken met tijdsloten en kun je het beste ruim van tevoren boeken. Ter plekke kopen is vaak niet meer mogelijk. Omdat de 4G verbinding er niet heel sterk is raad ik aan de tickets te downloaden of te printen zodat je ze zonder problemen tevoorschijn kunt halen.

De rots met Edinburgh Castle vanuit het zuiden
Het bezoeken van de gebouwen van Edinburgh Castle was vrij gemakkelijk: het is een kwestie van de route volgen. Eerst kom je langs een rij kanonnen die gericht zijn naar Princess Street. Elke dag om 13:00u wordt één speciaal kanon, de One o'Clock Gun, afgevuurd. Dit gebeurde net toen ik aankwam; ik was niet voorbereid op de knal! Verder de burcht op lagen veel kleinere, militaire musea: Schotland kent een sterke militaire geschiedenis. Veel clans concurreerden met elkaar. Schotse regimenten werden in de zeventiende en achttiende eeuw vaak ingezet in het buitenland, zo ook bij ons. Naast deze musea bezocht ik ook een oude gevangenis (kerker), waar ter impressie enkele hangmatten hingen, een begraafplaats voor de honden van de regimenten en St. Margaret's Chapel, een oude kapel uit de twaalfde eeuw.

Boven op de burcht ligt het ommuurde Crown Square, met het Scottish National War Memorial, een indrukwekkende hal ter ere van de gevallenen uit met name de Eerste Wereldoorlog, het koninklijk paleis en de ruimte waar de Schotse kroonjuwelen liggen. Het was druk, dus ik besloot snel om in de rij te staan. Er stonden er ook veel Amerikanen te wachten; één van hen in kilt, zichtbaar trots op zijn Schotse wortels. Binnen zag ik de kroon, de scepter en wereldbol, een zwaard en de Stone of Destiny, een grote grijze steen die al bijna duizend jaar gebruikt wordt bij de kroning van de nieuwe koningen. Ook bij Charles' kroning was de steen onder zijn troon geplaatst.

Heel bijzonder; als je van geschiedenis en kastelen houdt zeker een aanrader om te bezoeken!

De beste haggis
Cockburn Street. Rechts de Arcade bar,
met de "best haggis in town"

Tegen het einde van de middag verkende ik nog het bovenste gedeelte van de Royal Mile. Ook hier veel alternatieve musici en straatcabaretiers. Ik ging in de St. Giles-kathedraal zitten om even te rusten. Vervolgens liep ik weer langs Victoria Street, waar een bruisende sfeer hing van mensen die aan de borrel gingen. Verderop lag Cockburn Street, een enorm kromme, steile straat vol met winkeltjes en terrasjes en een Harry Potter-winkel. Schrijfster J.K. Rowling liet zich sterk inspireren door Edinburgh: de steile winkelstraten doen denken aan de Diagon Alley (Wegisweg) en het kasteel aan Hogwarts (Zweinstein). Veel Potter-namen vind je ook op de Greyfriars begraafplaats (Riddle, McGonagall). Het café waar Rowling vaak kwam ligt ook in de buurt, maar was vanwege een recente brand niet geopend. Ik kwam langs de Arcade Bar Haggis & Whisky House dat ik eerder gegoogeld had; naar eigen zeggen serveren zij de beste haggis van de stad. Ze werken niet met reserveringen, je kunt er zo naar binnen als je er zin in hebt. Wel zag het er druk uit, dus ik liep eerst nog even verder. Toen het rustiger leek, waagde ik een poging. Binnen zat een groepje Amerikanen aan de whisky. Ik bestelde de haggis in whiskysaus en een pint met ale. De haggis, gekruid orgaanvlees, had wat weg van gehakt en lag op een bedje van aardappel, omringd door de saus, al viel de whiskysmaak wat weg in de jus. Prima eten na een lange dag, al blijft het natuurlijk wel de Britse keuken... na afloop besloot ik dan ook een whisky te nemen. De ober gaf me een menu waarop honderden whiskysoorten stonden, die me niet zoveel zeiden. Achter de bar lagen alle flessen klaar. De ober zag dat ik er niet uitkwam en raadde zelf een soort aan, Dalwhinnie als ik het me goed herinner. Prima hoor! Tegen zonsondergang keerde ik terug naar het hotel. Mijn eerste volle dag in Edinburgh zat erop.

vervolg: dag 3

Zomer 2023: op naar de Schotten

Welkom bij het eerste reisverhaal op deze blog: mijn reis naar Edinburgh, augustus 2023!

Ik had al langere tijd niet gereisd vanwege de coronaperiode en de chaos op de luchthavens; toch begon het weer te kriebelen: ik wilde er weer tussenuit! Even een andere plek, een ander uitzicht, nieuwe indrukken opdoen. Ik zou zelf op reis gaan en een kort weekje in een stad leek me wel wat. Waarnaartoe? Zuid-Europa is prachtig, maar het was momenteel extreem warm en Spanje, Portugal en Griekenland werden geteisterd door heftige bosbranden. Ik googelde bestemmingen en vulde een willekeurige vragenlijst in: Houdt u van warm weer of is regen ook goed? Vindt u het eten belangrijk? All-inclusive of een culturele reis? Volgens de test paste Schotland perfect bij mij. Zou het? Ik struinde rond op google maps om er een beeld van te krijgen: wat grauw, regenachtig en culinair eenvoudig, maar wel met een rijke geschiedenis en prachtige natuur.

Ik besloot om een citytrip naar Edinburgh te maken. Ik boekte het vliegtuig (Transavia) en het hotel voor vier nachten. Het was nog lastig een redelijk betaalbaar hotel van drie sterren te vinden, want in de periode dat ik zou gaan (halverwege augustus) waren er blijkbaar allerlei festiviteiten in de stad (in het bijzonder het Fringe festival). Ik vond een hotel in de buurt van het station bij Haymarket aan de westkant van de stad.

Dag 1: zondag 13 augustus

Het was zover: vandaag vertrok ik naar Edinburgh! Eerst naar het vliegveld bij Rotterdam. Omdat ik niet heel lang weg was, nam ik mijn kleinere koffer mee: een feloranje Princess, die herken ik tenminste snel op de bagageband - al zag ik op het vliegveld ineens iedereen met oranje koffers lopen! Ik was wat vroeg op de luchthaven, de incheckbalie was nog niet open. Eerst nog maar een kopje koffie in de lounge boven en wachten... Het inchecken verliep voorspoedig; na het afgeven van mijn ruimbagage en het ontvangen van het vliegticket, de bagagescans waar ik toch mijn wandelschoenen voor uit moest doen en de paspoortcontrole door de marechaussee - ik ging immers naar buiten de EU - kon ik door naar de wachtruimtes bij de gates. 

De vlucht

Ik vloog met Transavia in een Boeing 737; ik zat bij het raam net achter de vleugels en naast een groepje Britten. Het was bewolkt, dus van de Noordzee zag ik niet veel. Na iets meer dan een uur riep de piloot om dat we nabij Newcastle waren en spoedig de landing in zouden zetten. We daalden onder de wolken door en vlogen in een boog richting de luchthaven: links zagen we Edinburgh liggen, aan zee en omringd door wilde heuvels. De landing verliep soepel. Het wachten op de bagage duurde in mijn beleving vrij lang: toch zeker een uur, maar misschien is dat normaal hier. Uiteindelijk begon de band dan toch te lopen en daar verscheen mijn koffer: eind goed, al goed!

Uitzicht vanuit het hotel:
huizen in typische Schotse stijl
Op weg naar het hotel

Eenmaal buiten is het een klein stukje lopen langs de bussen naar het eindpunt van de tramhalte. Het kopen van een kaartje is vrij eenvoudig: je vult de halte waar je uit wil stappen in op de automaat, betaalt met de pinpas en dan floept zo het kaartje eruit. De tram was (het was zondagmiddag) vrij rustig en reed onder meer langs het rugbystadion van Murrayfield en een halte met de opmerkelijke naam Gogarburn naar het station bij Haymarket. Een oude man liep door de tram heen om continu kaartjes te controleren van de mensen die instapten ("tickets please!"). Bij de controle zette hij heel ouderwets een pennenstreep door het kaartje.

Ik stapte uit bij Haymarket en liep enkele straten verder richting het hotel. De straat was typisch voor Edinburgh: de rijtjeshuizen waren gebouwd met stoere, grauwe stenen, maar zagen er toch klassiek uit. Het hotel had geen receptie met sleutelkaartjes, maar werkte met links die je per mail gekregen had: zodra je in de buurt van de deur was en op de link klikte kon je de deur openen. Het werkte wel, maar ik moest eerst in de benedenruimte op zoek naar de wificode, en er goed aan denken om de kamer niet zonder opgeladen telefoon te verlaten. Technologische vernieuwingen zijn niet altijd een oplossing: geef mij maar een receptie!

Goed, de kamer was redelijk, met een heel hoog plafond en uitzicht op de tuinen achter het hotel. De badkamer was klein, maar prima, de zeepjes waren echter wel heel zuinigjes van formaat (zal wel Schots zijn) en het duurde een hele tijd om uit te zoeken hoe ik de douche warm kreeg.

Het centrum van Edinburgh vanaf Calton Hill
Eerste avondwandeling

Toen ik mij had opgefrist, besloot ik alvast door de stad te wandelen. Binnen een kwartier liep ik over Princess Street, de bekende winkelstraat van de stad. Veel kledingzaken, een snoepwinkel en toeristenwinkeltjes, waar de hele dag hardrockmuziek met bagpipes klonk: je zal er toch maar werken! Rechts zag je de heuvel waarop Edinburgh Castle staat. Ik liep de hele straat af totdat ik bij Calton Hill aankwam, een opmerkelijk steile heuvel midden in de stad, waar je flink wat trappen op moet. Op de heuvel staan verschillende monumenten met zuilen en heb je een prachtig uitzicht over de stad. Ik bekeek het uitzicht aan alle kanten - het centrum en Holyrood park in het zuiden en de Firth of Forth in het noorden en ging er even bij zitten. Een mooie eerste impressie!

Onderweg terug naar het hotel nam ik een snelle hap bij een afhaalrestaurant waar ze noedels bereidden. Vreemd genoeg verstonden ze mij niet toen ik een bowl noodles bestelde: misschien klinkt mijn Engels heel anders in Schotse oren! Morgen maar eens de stad verder verkennen en een bezoek brengen aan Edinburgh Castle.

Vervolg: dag 2

Een nieuwe reisblog

Hallo mensen,

welkom op mijn nieuwe blog Vincent Verkent! Hier zal ik schrijven over mijn belevenissen op reis.

Waarom een reisblog?

Blogs zijn inmiddels een oeroud concept; en reisblogs zijn er ook al in overvloed. Toch vind ik het een fijn concept, want zo kan ik lekker uitweiden over wat ik meemaak, in tegenstelling tot op social media, waar je toch kiest voor die ene pakkende foto met een kort onderschrift. Het is fijn om mijn eigen belevenissen op een rij te zetten en achteraf mijn herinneringen weer te herbeleven. En hopelijk raken jullie ook geïnspireerd: ik vind het in ieder geval altijd interessant om belevenissen van andere reizigers te lezen en me onder te dompelen in hun verhalen.

Wie ben ik dan wel niet?

Ik ben Vincent, een Hagenees van begin 30. Geschiedenis, talen, culturen, natuur: ik vind het allemaal interessant. Op vakanties bezoek ik vaak steden, met ruimte voor wandelen door de natuur.

Reis ik veel?

Niet heel veel, maar meestal wel één of twee keer per jaar. Als kind reisde ik met mijn ouders mee, meestal per auto naar Duitsland of Frankrijk, een enkele keer naar Engeland en Denemarken. Vliegen deden we thuis nooit, de eerste keer dat ik vloog was in 2009, toen ik met school naar Rome ging. In mijn studententijd heb ik enkele malen alleen gereisd naar Londen en ook met mijn moeder naar Praag; daarnaast met de studentenvereniging naar o.a. Frankrijk, Spanje, Italië, Oostenrijk, Slovenië en Kroatië geweest. Tijdens de coronaperiode ben ik helemaal nergens geweest; af en toe een dagje in het binnenland. Nu de chaos van die periode voorbij is en ik wat meer kan besteden dan toen ik student was openen zich de mogelijkheden om wat meer op avontuur te gaan. Meestal reis ik zelf, een enkele keer met een groep. Er zijn zoveel bestemmingen waar ik nog heen zou willen! Maar die blijven nog wel even een verrassing...

Waar ga ik over schrijven?

Ik begin met de reizen die ik ná corona gemaakt heb: voor elke reisdag een blog met mijn belevenissen: steden, gebouwen, restaurants en parken die ik bezocht heb. Namen van medereizigers vermeld ik omwille van de privacy niet; accommodaties waar ik verblijf noem ik ook niet, wel zal ik deze beschrijven wanneer dit interessant is.

Veel leesplezier allemaal!

Zomer 2024. 11: Terug naar huis

 Vervolg van Dag 10 woensdag 4 september Het is alweer mijn laatste dag in de Verenigde Staten. Ik haal wat laatste boodschappen en check ha...