Ik had al langere tijd niet gereisd vanwege de coronaperiode en de chaos op de luchthavens; toch begon het weer te kriebelen: ik wilde er weer tussenuit! Even een andere plek, een ander uitzicht, nieuwe indrukken opdoen. Ik zou zelf op reis gaan en een kort weekje in een stad leek me wel wat. Waarnaartoe? Zuid-Europa is prachtig, maar het was momenteel extreem warm en Spanje, Portugal en Griekenland werden geteisterd door heftige bosbranden. Ik googelde bestemmingen en vulde een willekeurige vragenlijst in: Houdt u van warm weer of is regen ook goed? Vindt u het eten belangrijk? All-inclusive of een culturele reis? Volgens de test paste Schotland perfect bij mij. Zou het? Ik struinde rond op google maps om er een beeld van te krijgen: wat grauw, regenachtig en culinair eenvoudig, maar wel met een rijke geschiedenis en prachtige natuur.
Ik besloot om een citytrip naar Edinburgh te maken. Ik boekte het vliegtuig (Transavia) en het hotel voor vier nachten. Het was nog lastig een redelijk betaalbaar hotel van drie sterren te vinden, want in de periode dat ik zou gaan (halverwege augustus) waren er blijkbaar allerlei festiviteiten in de stad (in het bijzonder het Fringe festival). Ik vond een hotel in de buurt van het station bij Haymarket aan de westkant van de stad.
Dag 1: zondag 13 augustus
Het was zover: vandaag vertrok ik naar Edinburgh! Eerst naar het vliegveld bij Rotterdam. Omdat ik niet heel lang weg was, nam ik mijn kleinere koffer mee: een feloranje Princess, die herken ik tenminste snel op de bagageband - al zag ik op het vliegveld ineens iedereen met oranje koffers lopen! Ik was wat vroeg op de luchthaven, de incheckbalie was nog niet open. Eerst nog maar een kopje koffie in de lounge boven en wachten... Het inchecken verliep voorspoedig; na het afgeven van mijn ruimbagage en het ontvangen van het vliegticket, de bagagescans waar ik toch mijn wandelschoenen voor uit moest doen en de paspoortcontrole door de marechaussee - ik ging immers naar buiten de EU - kon ik door naar de wachtruimtes bij de gates.
De vlucht
Ik vloog met Transavia in een Boeing 737; ik zat bij het raam net achter de vleugels en naast een groepje Britten. Het was bewolkt, dus van de Noordzee zag ik niet veel. Na iets meer dan een uur riep de piloot om dat we nabij Newcastle waren en spoedig de landing in zouden zetten. We daalden onder de wolken door en vlogen in een boog richting de luchthaven: links zagen we Edinburgh liggen, aan zee en omringd door wilde heuvels. De landing verliep soepel. Het wachten op de bagage duurde in mijn beleving vrij lang: toch zeker een uur, maar misschien is dat normaal hier. Uiteindelijk begon de band dan toch te lopen en daar verscheen mijn koffer: eind goed, al goed!
Eenmaal buiten is het een klein stukje lopen langs de bussen naar het eindpunt van de tramhalte. Het kopen van een kaartje is vrij eenvoudig: je vult de halte waar je uit wil stappen in op de automaat, betaalt met de pinpas en dan floept zo het kaartje eruit. De tram was (het was zondagmiddag) vrij rustig en reed onder meer langs het rugbystadion van Murrayfield en een halte met de opmerkelijke naam Gogarburn naar het station bij Haymarket. Een oude man liep door de tram heen om continu kaartjes te controleren van de mensen die instapten ("tickets please!"). Bij de controle zette hij heel ouderwets een pennenstreep door het kaartje.
Ik stapte uit bij Haymarket en liep enkele straten verder richting het hotel. De straat was typisch voor Edinburgh: de rijtjeshuizen waren gebouwd met stoere, grauwe stenen, maar zagen er toch klassiek uit. Het hotel had geen receptie met sleutelkaartjes, maar werkte met links die je per mail gekregen had: zodra je in de buurt van de deur was en op de link klikte kon je de deur openen. Het werkte wel, maar ik moest eerst in de benedenruimte op zoek naar de wificode, en er goed aan denken om de kamer niet zonder opgeladen telefoon te verlaten. Technologische vernieuwingen zijn niet altijd een oplossing: geef mij maar een receptie!
Goed, de kamer was redelijk, met een heel hoog plafond en uitzicht op de tuinen achter het hotel. De badkamer was klein, maar prima, de zeepjes waren echter wel heel zuinigjes van formaat (zal wel Schots zijn) en het duurde een hele tijd om uit te zoeken hoe ik de douche warm kreeg.
Toen ik mij had opgefrist, besloot ik alvast door de stad te wandelen. Binnen een kwartier liep ik over Princess Street, de bekende winkelstraat van de stad. Veel kledingzaken, een snoepwinkel en toeristenwinkeltjes, waar de hele dag hardrockmuziek met bagpipes klonk: je zal er toch maar werken! Rechts zag je de heuvel waarop Edinburgh Castle staat. Ik liep de hele straat af totdat ik bij Calton Hill aankwam, een opmerkelijk steile heuvel midden in de stad, waar je flink wat trappen op moet. Op de heuvel staan verschillende monumenten met zuilen en heb je een prachtig uitzicht over de stad. Ik bekeek het uitzicht aan alle kanten - het centrum en Holyrood park in het zuiden en de Firth of Forth in het noorden en ging er even bij zitten. Een mooie eerste impressie!
Onderweg terug naar het hotel nam ik een snelle hap bij een afhaalrestaurant waar ze noedels bereidden. Vreemd genoeg verstonden ze mij niet toen ik een bowl noodles bestelde: misschien klinkt mijn Engels heel anders in Schotse oren! Morgen maar eens de stad verder verkennen en een bezoek brengen aan Edinburgh Castle.
Vervolg: dag 2
Geen opmerkingen:
Een reactie posten