Dag 4: dinsdag 7 mei
Na een ontbijt dat soepeler verliep dan gisteren vertrokken we rond negen uur uit Sevilla. We reden door de grote Andalusische vlakte stroomopwaarts langs de Guadalquivir rivier richting Córdoba. Het beloofde weer een zonnige dag te worden. Halverwege de rit haalden we even een kopje koffie langs de snelweg. Langs het café zaten meerdere ooievaars op hun nesten.
Verkennen van Córdoba
We kwamen aan in Córdoba, de oude hoofdstad van de moren, in de elfde eeuw zelfs de grootste stad van Europa. Het is de geboortestad van de geleerden Seneca, Maimonides en Averroes. Vanaf de zuidoever zagen we de brug richting het oude centrum lopen. De zandstenen kleur deed me Zuid-Frans aan. Onze reisleidster bracht ons tot over de brug en waarschuwde voor de zakkenrollers: Córdoba is zeer berucht als het daarom gaat. Rugzak op de buik en handen in de zakken dus.
|
Patio in Córdoba met bloeiende planten |
Het was zeer druk in de stad. In kleine groepjes verkenden we de smalle straten en kwamen ook in de Calleja de las Flores: een bekende smalle straat met bloeiende geraniums in blauwe potten langs de ramen. In de hele stad bloeiden trouwens veel geraniums en andere heldere bloemen: de bewoners hielden deze maand een wedstrijd wie de mooiste patio bezat.
Toen we als lunch een bocadillo hadden gehaald besloot ik zelf nog een stukje te wandelen. De stad kende vele sporen van de moorse en joodse geschiedenis. Bij de oude synagoge stond een gigantische rij dus die sloeg ik even over. Ik kwam wel de beelden van Averroes en Maimonides tegen; ook stond er nog een flink stuk stadsmuur met kantelen en uitsparingen overeind.
De Mezquita
Om één uur verzamelden we ons bij de Mezquita, het bekendste gebouw van de stad. Op een oud Romeins bouwwerk, waar nog mozaieken van in de vloer te bewonderen zijn, werd in de moorse tijd een grote moskee neergezet; binnenin het gebouw staan honderden zuilen, met elkaar verbonden door middel van gestreepte bogen in Visigothische stijl. In de muur is nog een oud Arabisch mozaiek te zien. Toen de Spanjaarden de stad hadden heroverd op de moren bouwden zij een kathedraal aan de mezquita vast.
|
De bekende bogen in de Mezquita |
Een Spaanse gids leidde ons rond door de mezquita, maar de oortjes die ze had uitgedeeld deden het slecht; ze sprak ook vrij zacht Engels in een Spaans accent. Ik verstond er niet veel van! Dat maakte ook niet uit, want er was genoeg om zelf te zien. Na afloop bezochten we opnieuw het smalle straatje met de bloempotten en gingen we de kleine synagoge in; één van de weinige middeleeuwse synagogen die er in Spanje nog zijn. Bijzonder om te weten, al ben je er wel zo doorheen gelopen.
Ontspannen en door...
Na afloop gingen we weer met het gebruikelijke groepje op zoek naar een plek om te lunchen; daar zijn de Spanjaarden wel goed in! De hele middag is men daar mee bezig. Op een pleintje bestelden we allerlei tapas: patatas bravas, gesuikerde aubergine... en een lekker glas Málaga-bier erbij, met een vrolijke meneer op de fles. We struinden nog even door de smalle straatjes en ik had weer zin in een ijsje, nu met mango, en keerden aan het einde van de middag weer terug naar de bus.
We reden verder oostwaarts door de grote beheuvelde vlakten en zagen steeds vaker olijfboomgaarden, tot aan de horizon! Deze streek staat bekend als het kerngebied van de olijfolieproductie. In het stadje Baeza stapten we uit: hier was onze slaapplek voor komende nacht: een voormalig klooster. Voordat we aan het diner gingen borrelden we met de groep nog even in de binnenplaats. Wat een rust hier, anders dan de drukte in Córdoba! We bespraken de dag en daarna was het weer tijd om uit te rusten.