Nu het jaar ten einde loopt, is het weer tijd voor een terugblik op de reizen die ik dit jaar gemaakt heb. Aan het begin van het jaar had ik nog geen idee waar ik naartoe zou gaan; gelukkig kreeg ik al snel ideeën. Laat ik beginnen met een verslag van mijn reis naar Lissabon in april.
zondag 13 april: heenreis
Na een voorspoedige vlucht van bijna drie uur langs de westkust van Europa kom ik in Lissabon aan. Tijdens het dalen zie ik de lange Vasco da Gama-brug over de Taag. Het vliegveld komt wat chaotisch over; de ruimte bij de bagagebanden is krap en het duurt even voor de bagage arriveert. De metro is vlakbij. Met een navegante-kaart kan ik reizen met de metro, tram en plaatselijke trein. De stoelen in de metro lijken met kurk bekleed.
Ik stap uit bij een brede weg aan de oostkant van het centrum tegen de wijk Alfama aan, waar veel huizen bekleed met tegeltjes staan. De buurt oogt wat sjofel. Enkele zijstraten verder, die overigens zeer steil waren, staat mijn hotel, klein en gastvrij, met ruimte om zelf te koken. Van de receptioniste kreeg ik een glas mimosa als welkom. Ze gaf me meteen een kaart van Lissabon met tips. Ik ging nog even naar buiten om eten te kopen; merkbaar goedkoper dan bij ons. Morgen maar eens zien in wat voor plaats ik terecht ben gekomen.
maandag 14 april: Alfama, São Jorge, Baixa, Chiado.
![]() |
| Uitzicht op Lissabon vanaf de Miradouro da Senhora do Monte (eigen foto) |
Ik wandel door de smalle straten van de oude wijk Alfama, die de aardbeving van 1755 grotendeels overleefd heeft. Ook hier veel pastelkleuren en betegelde gevels. De wijk heeft een oude, volkse uitstraling zoals je die in Napels zou verwachten, al is het echte rauwe er wel vanaf. Veel kleine winkeltjes en eethuisjes waar je voor een tientje een hele maaltijd kunt krijgen.
![]() |
| Een pauw op het kasteel van São Jorge (eigen foto) |
Ik pauzeer bij een eettentje aan de rand van Alfama, tegenover het roze Fado-museum, en vervolg mijn weg langs de Taag richting het Praça do Comércio. Bij het uitzichtpunt Miradouro de Santa Luzia bloeien de beroemde paarse bloemen nog niet. Eerst nog langs de oude kathedraal, de Sé de Lisboa, waar ook Sint-Vincent ligt. Bijzonder dat deze kerk nog bewaard is gebleven. Eenmaal buiten regent het plots flink; ook hier zitten we aan de Atlantische kust. Even schuilen maar. Langs de betegelde gevels valt het Casa dos Picos op, dat piramidevormige tegels als gevelbekleding heeft. Wanneer ik bij het Praça do Comércio aankom regent het opnieuw flink. Over de Taag zie ik laaghangende bewolking en mist. Het grote plein, omringd door pastelgele gebouwen met zuilengalerijen vol winkeltjes, is vrijwel leeg. Ik kom er later wel weer terug als het droger is.
Ik wandel langs de zuilengalerij onder de bekende klokpoort de Rua Augusta in. Dit is de wijk Baixa de Lisboa, ontworpen door de markies de Pombal bij de herbouw van de stad na de grote aardbeving van 1755. Een raster van straten met veel winkeltjes. Bij de bakkerijk Mandragei haal ik een paar Pasteis de Nata. Deze warme gebakjes zijn krokant en gevuld met een custard-achtig goedje. Lekker voor een keertje, al zijn de pasteis kleiner dan ik dacht en lijkt me de vulling wat veel in verhouding tot de korst. Aan de rand van Baixa zie ik de opmerkelijke lift van Santa Justa, ontworpen door Eiffel. Hiermee kun je naar de hogere wijken toe. Deze sla ik voor nu over, want het is er aan de drukke kant. Een paar steile straten verder kom ik ook in de hoge wijk Chiado. Hier bezoek ik het Museu Arqueológico do Carmo, waar vroeger het klooster van de Karmelieten zat. Na de aardbeving van 1755 verloor het gebouw zijn dak, maar de vele bogen zijn blijven staan. Een bijzondere aanblik. Binnen zijn enkele ruimtes gevuld met archeologische vondsten.
![]() |
| Het karmelietenklooster (Carmo) (eigen foto) |
Het zonnetje breekt toch door en ik besluit het Praça do Comercio nogmaals te bezoeken; de pastelgele gebouwen komen nu veel beter tot hun recht. Daarna weer terug naar het hotel om te koken.
wordt vervolgd



Geen opmerkingen:
Een reactie posten